In januari/februari en mei/juni worden in alle groepen toetsen van ons leerlingvolgsysteem afgenomen. Hoe werkt dat precies?

Een leerkracht krijgt de hele dag informatie over wat een leerling kan en wat hij nog moet leren. Dat doet hij door beurten te geven, werk na te kijken en toetsen uit lesmethodes af te nemen. Door daarnaast twee keer per jaar de toetsen van Cito af te nemen, kijkt een leerkracht weer even met een frisse blik naar de leerlingen. In veel gevallen komt de toetsuitslag op de toetsen van Cito overeen met wat de leerkracht verwacht. In sommige gevallen levert het echter verrassende informatie op. “Hé, vermenigvuldigen en delen gaat toch beter dan ik dacht.” Of: “Bij spelling kon hij eerst wel goed de ou- en au-woorden onderscheiden, maar dat is nu toch weggezakt.” Juist dit soort informatie geeft de leerkracht de kans om tijdig bij te sturen en geeft uw kind de beste kans om zijn talenten te ontwikkelen.

Toetsen van Cito / toetsen uit de methodes
Uw kind maakt zowel toetsen uit de lesmethodes als de toetsen uit het Cito Volgsysteem primair en speciaal onderwijs. Wat is het verschil? De methodetoetsen zijn bedoeld om vast te stellen of uw kind de lesstof die net is behandeld voldoende beheerst. De leerkracht weet zo of hij door kan gaan in de methode of dat herhaling wenselijk is. De toetsen van Cito checken of uw kind de stof over een langere periode beheerst. Deze toetsen hebben een ander doel: ze zijn bedoeld om het vaardigheidsniveau van uw zoon of dochter te kunnen vergelijken met het niveau van klasgenoten in heel Nederland. Bovendien volgen de leerkrachten zo de ontwikkeling van uw kind nauwkeurig. Hoe dat werkt? De toetsen van een leergebied – bijvoorbeeld Spelling of Rekenen-Wiskunde – zijn door een speciale meettechniek allemaal aan elkaar gekoppeld. De score van de toets in groep 3 kunt u daardoor bijvoorbeeld vergelijken met die van de toets in groep 4. Zo is direct duidelijk of uw kind voldoende vooruit is gegaan.

Hoe kan het dat mijn kind hoog scoort op de toetsen op de methode, maar minder goed op de toetsen van Cito? En wat staat op het rapport?

Toetsen uit de methode zijn bedoeld om te controleren of de leerlingen de lesstof die net is behandeld beheersen. Ze zijn zo gemaakt dat het merendeel van de leerlingen vrijwel alles goed kan maken. De toetsen van Cito beogen een onderscheid te maken tussen verschillende leerlingen. Uw kind wordt vergeleken met leeftijdsgenoten. Door ook moeilijke opgaven in de toets op te nemen, krijgen de betere kinderen de kans om te laten zien wat ze kunnen. Het omgekeerde geldt ook voor de minder sterke leerlingen. Voor hen zijn makkelijkere opgaven opgenomen, zodat ook zij kunnen laten zien wat ze kunnen.

Wij hebben ervoor gekozen om op het rapport de gemiddelde beoordelingen op te nemen van de methodetoetsen. We vermelden altijd wel de Cito ‘scores’, onderaan op het rapport.

Het kan dus voorkomen dat een kind best hoge cijfers op het rapport haalt, maar bij de Citotoetsen wat lager ‘scoort’.

I t/m V
Om snel te zien hoe een leerling scoort ten opzichte van leeftijdsgenoten, heeft Cito de niveau-indicaties I t/m V ontwikkeld. Deze indelingen zijn gemaakt door de toets af te nemen bij een grote groep leerlingen.

  • I = uw kind hoort bij de 20% hoogst scorende leerlingen;
  • II = de 20% boven het landelijk gemiddelde scorende leerlingen;
  • III = de 20% op het landelijk gemiddelde scorende leerlingen;
  • IV = de 20% onder het landelijk gemiddelde scorende leerlingen;
  • V = de 20% laagst scorende leerlingen.

Welke rol spelen deze toetsen bij het V.O.-schooladvies in groep 8?

Om een gedegen en betrouwbaar advies te kunnen geven aan de kinderen in groep 8 maken wij gebruik van de zogenaamde plaatsingswijzer. In deze plaatsingswijzer noteren wij de gegevens uit het Cito leerlingvolgsysteem van groep 6, 7 en 8. Het programma kan op basis daarvan nauwkeurig laten zien in welke onderwijsvorm het kind het meeste succes zal hebben. De Citotoetsen in groep 6,7 en 8 tellen dus in belangrijke mate mee bij het schooladvies. Eerder was het zo dat vooral de Cito Eindtoets in groep 8 deze functie had. Nu kijken we naar de prestaties over de laatste drie jaar. Dat geeft een betrouwbaar beeld. De vakken rekenen-wiskunde en begrijpend lezen zijn daarbij het belangrijkste. Bij het bepalen van ons advies kijken we echter niet alleen naar de prestaties maar ook naar de daltonpijlers en naar motivatie/inzet/concentratie/werkhouding. Vooral bij kinderen die ergens tussen twee schooltypes in zitten qua profiel is het belangrijk om niet alleen naar de prestaties te kijken. Eind groep 7 kunnen we al voorzichtig een voorlopig advies met de ouders bespreken.

De leerkracht van groep 8 komt samen met de intern begeleider en de leerkracht van groep 7 tot het advies. We geven een éénduidig advies (één schooltype en niet bijv. vmbo-havo), maar binnen de plaatsingswijzer is het wel mogelijk om een ‘plusprofiel’ te geven (dat kan alleen als het kind in groep 8 voor zowel rekenen als begrijpend lezen zo’n plusprofiel laat zien). Daarmee kunnen we aangeven dat het kind het betreffende niveau (bijv. havo) goed aan moet kunnen en zelfs de mogelijkheid heeft om eventueel op te stromen óf in een combinatiegroep (bijv. havo-vwo) geplaatst kan worden. In het gesprek met de ouders wordt dit goed besproken. Ouders en school zitten praktisch altijd op één lijn, maar het is goed om te weten dat het advies van de basisschool bindend is, ook voor de V.O. school.

De Eindtoets

In april nemen alle scholen (verplicht) een eindtoets af in groep 8. Er zijn in Nederland vijf verschillende door de inspectie toegestane toetsen beschikbaar. De meest bekende is die van Cito. Onze school heeft de afgelopen jaren de gebruik gemaakt van de IEP-toets (klik hier voor meer informatie).

Als de uitslag van deze toets een hoger advies aangeeft dan het eerder gegeven schooladvies, dan gaan we dit advies samen met de ouders heroverwegen. Valt de uitslag lager uit, dan doen we dit niet (zo zijn ook de voorgeschreven regels).

Klik hier voor meer informatie over de plaatsingswijzer